Schreef ik al dat Georgie een goedkoop land is om naar op reis te gaan? Op mijn laatste dag in Tbilisi huur ik een taxi voor de dag. 
Hij brengt me eerst naar het Stalin Museum in Gori, zijn geboorte plaats. Er is een resem foto’s te zien, zijn doodsmasker in een kamer die wat van een kapel heeft, en zijn persoonlijke treinwagon waarmee hij door zijn rijk reed. Voor het museum staat zijn ouderlijk huisje, waar hijzelf een tempel heeft rond laten bouwen. Het museum heeft nood aan een modernere opstelling, en een kritischer kijk op Stalin, maar terzelfder tijd is de Sovjet sfeer die in het museum hangt, ook veel zeggend.
Van Gori, gaat het naar Uplistsikhe, een stad die uit de rotsen gehouwen is en 
van in de oudheid tot in de middeleeuwen een belangrijk knooppunt was op de zijde route. Enkel de oude binnenstad is al uitgegraven, er is nog minstens twee keer zoveel te ontdekken in de onmiddellijke omgeving. Op zijn hoogtepunt woonden er ongeveer 20 000 mensen in deze stad.
Maar zoals steeds in de Caucasus werd de stad in de dertiende eeuw onder de mongoolse invallen vernield. Al woonden er tot in de 19de eeuw nog boeren in de bovenste grotten.
De laatste stop van de dag gaat naar Mtskheta. De oude hoofdstad van Georgie en vooral het stadje waar je één van de mooiste Kathedralen uit de middelleeuwen kunt bezoeken. De 1000 jaar oude Svetitskhoveli kathedraal. Ik probeerde om met mijn short aan naar binnen te glippen, maar een bijzonder slechtgezinde pater jaagde me weer naar buiten, waar er gelukkig een ton met doeken stond, zodat naïeve toerist zijn blote benen of haar haar kon bedekken voor ze de kerk betraden.
