Wanneer ik, na twee weken Japan, in de luchthaven van Osaka op mijn vlucht naar Manila zit te wachten, vraagt een bedeesde vrouw of ze me wat vragen mag stellen over mijn verblijf in Osaka. Ze werkt voor de dienst toerisme van de stad.
Ik vertel haar dat ik haar graag wil helpen, maar dat ik maar een kleine dag in Osaka ben geweest. Twee weken eerder, toen ik uit Busan aankwam en voor ik doorreisde naar het vlakbij gelegen Kyoto. Dat is geen probleem voor haar en ze duwt me een enquete onder de neus, of ik kan aanduiden wat ik allemaal in Osaka gezien heb?
Blijkt dat ik op die korte dag zowat elke toeristische attractie van Osaka heb kunnen bezoeken. De reconstructie van Osaka kasteel, de luchtbrug 
van de Umeda building, Tsutsenkaku en het nachtleven in Dotonbori. En kijk, dat is het probleem met Osaka. In tegen stelling tot Keulen stond er hier zelfs geen Dom meer recht na het einde van de tweede wereld oorlog. Het is geen onaangename stad, en de neon lichten in Dotonbori zijn indrukwekkender dan wat je in Tokio of Seoul te zien krijgt. Maar als toerist is de stad vooral interessant als transporthub.
