Navigation Menu
Karakalpakstan

Karakalpakstan

Er zijn drie redenen om Nukus te bezoeken. Om er de grens over te steken naar Turkmenistan of Kazachstan, om het verassende kunstmuseum te bezoeken, of om een uitstap naar die Aralzee te boeken. Wij zijn hier de grens over gestoken, maar beslissen het museum en de Aralzee niet links te laten liggen.

Eerst het Savitsky Museum. Dat is het kind van een moedige curator, die onder het communisme niet officiële kunst uit de USSR verzamelde. Nukus lag te ver van Moskou om de partijbonzen te verontrusten, en zo heeft dit gat in één van Centraal Azië’s armste streken de meest interessante verzameling Russische avant garde uit de 20ste eeuw.

Kkarakalpakstan 8Onze uitvalsbasis is hotel Jipek Joly in Nukus. De hoofdstad van Karakalpakstan. Warm aangeraden door de Lonely planet, en dus ook de plaats om nieuwe en oude vrienden op de zijderoute te ontmoeten. We hebben dringend een nieuwe vriend nodig, want met Cassandra en Roger vullen we maar drie van de vier plaatsen in de landcruiser die ons naar de Aralzee gaat brengen. En aangezien die zee zich ondertussen al tot een kleine 400 kilometer van Nukus heeft teruggetrokken, is die landcruiser behoorlijk duur. Gelukkig steekt op dat moment David de grens over, een Zwitser die, zoals iedereen hier, een jaar aan het rondtrekken is door Eurasie.

De rit naar de Aralzee is zowel dramatisch als oersaai. Na korte zijsprong naar een grafheuvel en alweer een modder ruïne rijden we kilometers lang door het niks. Het kale landschap wordt het eerst Kkarakalpakstan 10onderbroken door een minuscuul visserdorpje. De Uzbeekse regering heeft eind vorige eeuw een hopeloze poging ondernomen om het verdwijnen van de Aralzee te counteren door enkele kleinere, kunstmatige meren aan te leggen. Aan één van die meertjes wonen er nog 3 vissers. Voor Aral zich hier terugtrok werkten er 10 000 man in de visindustrie.

Al is er wel petrochemie voor in de plaats gekomen. Hier en daar zien we boortorens opdoemen op wat ooit de zeebodem was.

Het is al laat op de dag wanneer we eindelijk de Aralzee zien. Het is Roger die het als eerste waagt om het water in te duiken. Kkarakalpakstan 25David en ikzelf volgen pas wanneer we hem zien dobberen in het zoute water. Je kan hier, zoals in de dode zee, zonder probleem blijven drijven. De zoutconcentratie is hier zo hoog dat Roger, David en ikzelf de enige levende wezens zijn in het meer die dag.

s’ Avonds maakt onze gids plov boven een kampvuur. En beklaag ik het me dat ik mijn slaapzak en windbreker in de Jipek Joly heb achtergelaten. Voor het eerst in meer dan een maand heb ik het zowaar koud, en dus kruip ik een beetje tegen mijn zin in één van de gehuurde tentjes. David, Roger en Cassandra slapen onder een spectaculaire melkweg.Kkarakalpakstan 33

Op de tweede dag bezoeken we Moynaq. Voor eeuwen een welvarende vissershaven, nu is ramptoerisme hier de voornaamste bron van inkomsten. Het voelt een beetje vies aan, hoe we te enthousiast de gestrande vissersschepen fotograferen.

Terug in Nukus wordt het tijd om door te reizen naar Khiva want na de Turkmenistan en de Aralzee hebben we nood aan iets minder deprimerend.