Navigation Menu
Ashgabat

Ashgabat

Toen we na Mary terug waren in Ashgabat, vroeg Roger me of ik me amuseerde in Turkmenistan. Dat deden we niet. Turkmenistan is een belevenis, maar fijn is het niet.

En dus gaan we het voor Ashgabat iets anders doen. De stad is zo belachelijk dat ik enkel mijn 10 grootste ergernissen ga opsommen. Misschien soms wat futiel, maar samen zorgden ze er voor dat ik behoorlijk down was tegen de tijd dat we aan de Uzbeekse grens stonden.

1) Foto’s van Berdymukhademov

ashgabat 023Zijn naam is niet te onthouden, maar zijn pafferig gezicht zit in geen tijd in je geheugen. Berdymukhademov heeft zijn land volgehangen van foto’s van zichzelf, waarop hij altijd in een variatie van leidinggeven afgebeeld staat. Op de ene foto tekent hij breed glimlachend een document, op de andere zit hij in kaki uniform bevelen te geven achter een veldtelefoon, of knuffelt hij een oud vrouwtje.

Het wordt erger wanneer je een museum binnen stapt. In het historische museum van Mary, waar je behoorlijk spectaculaire archeologische vondsten uit Gonur Depe en Merv kan bewonderen, is de helft van de expositieruimte voorbehouden voor foto’s van de president. Die nog eens behoorlijk slecht gefotoshopt zijn ook. De president met zeemanspet, rolkraag en verrekijker voor een jacht, de president in de cockpit van een straaljager, de president die in traditionele kleren de barbecue voor een Yurt aansteekt.

2) Wit Marmer

ashgabat 016Elke Turkmeen die de moeite neemt om met je te praten, zal je vol trots vertellen dat Ashgabat in het Guinness Book of Records staat als de stad met het grootste aantal wit marmeren gebouwen. Dat zal jammer genoeg wel kloppen. Was Baku nouveau riche, dan is Ashgabat een stad die bedacht is door een achtjarige die euromillions gewonnen heeft. Elk – en dat is letterlijk elk – gebouw dat sinds de jaren 90 gebouwd werd in Ashgabat, is opgetrokken uit wit marmer. Het is te zielig om grappig te zijn. WC papier mag hier niet in het toilet want de rioleringen kunnen dat niet aan. De wegen tussen hun belangrijkste steden zijn over tientallen kilometers nauwelijks te berijden. En hun archeologische sites spoelen weg als het eens regent in de woestijn. Maar elk gebouw in Ashgabat, van presidentieel paleis tot bushokje, moet wit marmer tegen zijn gevel krijgen.

3) Je mag niet fotograferen in de Bazaar

ashgabat 003In Baku sprongen de verkopers letterlijk voor mijn lens. Het trekken van foto’s was er een aanleiding voor gesprekjes over Baku, België en de wereldbeker. In de Tolkuchka bazaar in Ashgabat kreeg ik bijna een fles verse yoghurt naar mijn hoofd geslingerd toen ik er mijn fototoestel bovenhaalde. Waarna er een mannetje met badge mij meenam naar een ander mannetje met een badge die me in degelijk Engels vertelde dat foto’s nemen in de Bazaar verboden was. Foto’s nemen van de architectuur mocht wel, van de kleurrijke verkopers niet. Maar dat was niet waar, want toen ik enkele minuten later een foto wou nemen van die steriele wit marmeren architectuur, stond daar alweer een andere bewaker met zijn vinger te zwaaien.

4) Je mag niet fotograferen in Ashgabat

ashgabat 006Correctie, volgens Antonina en Ruslan van Stantours is er helemaal geen probleem met foto’s trekken in Turkmenistan. Alleen niet in de bazaar dus, en van mannen in uniform, en van overheidsgebouwen, of van strategisch belangrijke gebouwen. Probleem met die uitleg is dat de Turkmenen een banaal treinstation al strategisch belangrijk vinden, en dat president Berdymukhademov zijn stad vol gebouwd heeft met gigantische, witmarmeren overheidsgebouwen, waar er telkens een klein leger geüniformeerde mannen de wacht voor houdt. In praktijk is het dus onmogelijk om te fotograferen in Asghabat. Eén keer rekende ik er op dat het legertje uniformen ver genoeg verwijderd was om toch snel een foto te kunnen nemen met mijn gsm. Helaas. De temperatuur in Ashgabat was ruim boven de 40 graden maar ik had mijn gsm nog maar op ooghoogte gehouden of het volledige pelotonetje soldaten trok een sprint van minstens 100 meter tot ze bij ons waren. Of ik die foto alstublieft nu wou deleten? Je kan alle strategisch belangrijke gebouwen in Ashgabat natuurlijk wel gewoon op google maps bekijken. Maar dat weten die Turkmenen natuurlijk niet want…

5) Internet zuigt in Ashgabat

Een verrassing is dat niet. Er zijn een paar internet cafés in Ashgabat, waar je na het afgeven van je paspoort op een computer mag, maar wifi hotspots zijn enkel terug te vinden in de lobby’s van enkele hotels. De eerste keer probeerden we de Grand Turkman in het centrum. Een uurtje wifi kostte 7 dollar, en het internet was trager dan over een ISDN lijn in de jaren 90. Bovendien wordt het stevig gefilterd. Maar zoals met alles in Turkmenistan, net niet echt. Facebook is geblokkeerd, maar je geraakte zonder al te veel problemen op Twitter. Het wikileaks rapport waarin de cia president Berdymukhademov als niet bepaald intelligent omschrijft, zit keurig achter een filter, maar met google kom je zonder probleem op het Guardian artikel over dat rapport.

6) Alles sluit om 23 uur

ashgabat 026Niet dat er veel sociaal leven is om mee te beginnen. Een paar restaurants, minder café’s en welgeteld 2 nachtclubs in Mary, toch een provinciale hoofdstad. En die nachtclubs moet je met een grote korrel zout nemen. Die sluiten al om 22u.

Ook in Asghabat is er nauwelijks een nachtleven. In de buurt van de Grand Turkmen heb je een Engelse pub, waar we voetbal konden kijken op groot scherm. Maar om tien voor elf kwam de dienster met de rekening af. Zodra België-Rusland was afgefloten ging het licht aan in het café en moest iedereen naar buiten. Er was toen nog één optie voor een pint laat op de avond. De nachtclub in de kelder van de Grand Turkman had zijn voordeur dan wel braaf gesloten om 23u. Via de trap van het hotel zelf kon je nog altijd binnen in de club, die zich van het sluitingsuur niks aantrok.

Die nachtclub was één van de meer deprimerende plaatsen in Turkmenistan. En niet omwille van de prijs voor een pint. Maar omwille van de klanten die 8 euro kunnen betalen voor een Baltica 7. Je had maar 3 soorten klanten in de club. Westerse expats (allemaal mannen), Turkmeense elite (allemaal mannen) en prostituees. Roxanna vroeg 100 dollar maar je mocht alle tijd nemen.

7) De Turkmeense TV is lachwekkender dan het weerbericht in the fast show

Wat de Turkmenen wel doen ’s avonds weet ik niet. Ik veronderstel niet dat het TV kijken is. De fastshow is ondertussen al 20 jaar oud, maar de officiële Turkmeense TV is nog oubolliger dan hun weerbericht-parodie. Op één kanaal krijg je een loop te zien van het journaal dat enkel binnenlands nieuws brengt. Minstens de helft van het journaal bestaat uit beelden van één of andere vergadering waarbij om de twee beelden geknipt wordt naar president Berdymukhademov die af en toe aan het luisteren is, maar vooral zelf praat, waarna de monteur terug snijdt naar een legertje ministers die als aandachtige studenten notities nemen met pen en papier. De andere helft van het journaal bestaat steeds uit beelden van een groepje bejaarde Turkmenen in traditionele klederdracht, die ergens handen aan het schudden zijn. Ik heb nooit de moeite genomen om uit te vissen waar dat over ging.

Op de sportzender was ’s avonds verassend genoeg het WK te zien. Zonder omkadering maar met een flashy intro die er net zoals alles in Turkmenistan net niet echt uit zag. Overdag toonden ze vooral worstelende of volleybal spelende kinderen op die sportzender.

8) Turkse pop

Nu we het over televisie hebben. Turkse pop is een ergernis in elk Turks land, dus niet alleen Turkmenistan. Ook in de restaurants van Azerbeidzjan en Oezbekistan krijg je non stop Turkse pop voorgeschoteld. De Russische pop in de rest van de Sovjet Unie is geniaal. Aanstekelijke muziek, zangeressen die in alles superieur zijn aan de Lady Gaga’s en Rihana’s uit de VS, en goedgemaakte en over het algemeen grappige videoclips met een hoog wtf-gehalte. Turkse pop? Wel, loop eens een pitabar binnen in de Sleepstraat en vraag je af hoe lang je die irritant monotone, clichématige clips uithoudt? Ik ben al een paar weken aan het aftellen naar Kazachstan, waar de dikke, glimmende zangers van middelbare leeftijd op televisie weer plaats zullen ruimen voor langbenige blondines.

9) Je geraakt het land niet binnen zonder gids

Of toch, als je een transit visum hebt, maar dat is enkel een optie als je via Iran het land binnen komt, want op de boten over de Kaspische zee mag je niet rekenen om je op tijd in Turkmenistan af te zetten. Wil je meer dan een paar dagen rondtrekken in Turkmenistan, dan moet je een lokaal reisbureau onder de arm nemen. Die stellen dan een route voor, die goedgekeurd wordt en waar je  je dag per dag aan moet houden. Overnachten mag enkel in officiële hotels.

Klinkt niet zo ergerlijk? Het grootste probleem is dat zo goed als niemand in de Turkmeense toeristische industrie ooit zelf heeft gereisd, en bij gevolg niet echt weet wat er van hem of haar wordt verwacht. Toerisme is zoals alles in Turkmenistan net niet echt. Mijn hotelkamer in Mary had airco en een minibar, maar slechts één stopcontact, zodat ik moest kiezen tussen een koele kamer of koel water. (makkelijke keuze als het buiten 47 graden is) Het historisch museum in Asghabat heeft een relatief interessante collectie over de zijde route en is bemand door een 10 tal jonge meisjes in nauwsluitende traditionele jurken. Maar een souvenirshop is er niet. Laat staan een cafetaria. En als je er wilt fotograferen vinden ze 20 dollar een schappelijke prijs.

Onze gids naar Mary was een sympathieke twintiger, maar hij geloofde echt dat je geen foto’s mag nemen in de Bazaar omdat er ooit toeristen foto’s van een paar tomaten die op de grond lagen op hun blog hadden gepost en dan beweerden dat Turkmenen tomaten aten met zand.

10) Turkmenen

En dat brengt me bij mijn belangrijkste ergernis. De invloed van Turkmenbashi en Berdymukhademov op hun bevolking is redelijk onthutsend. Turkmenen hebben een compleet scheefgetrokken wereldbeeld. Ze zijn opvallend achterdochtig, veel te nationalistisch en buitengewoon passief. Initiatief moet je van een gemiddelde Turkmeen niet verwachten, die houdt zich liever koest en wacht af tot iemand hem vertelt wat hij moet doen. Toen de lamp in mijn badkamer sprong heb ik ’s avonds uiteindelijk zelf maar het glas opgeruimd. Na twee keer aandringen waren ze wel de lamp komen vervangen, maar over het glas dat op de badkamervloer lag had niemand hun iets verteld.

En dan waren er onze twee chauffeurs, die op 5 meter afstand van een gillende toeriste gewoon deden alsof ze aan het slapen waren, en het aan Roger en mij overlieten om de situatie te ontzenuwen. Maar daarover later meer.